Posts Tagged ‘Religion’

Het is hier leeg. En stil. Ik zit in een cafetaria, in een nederzettinkje ergens tussen Volgograd en Elista. Niets verstoort de rust. Zelfs de TV, doorgaans een bron van herrie in dit soort tentjes, houdt zich eerbiedig gedeisd. Andere klanten zijn er niet. En de twee dames van dienst geven ook geen kik. Ze kijken me eerder enigszins schuchter aan. Alsof ze bang zijn dat ik plotseling een enorme herrie zal produceren. Maar waarom zou ik? De stilte past perfect bij de omgeving. Ik drink een theetje en laat onderwijl de afgelopen rit nogmaals de revue passeren.

Drie uurtjes geleden nog maar vertrok ik uit Volgograd, wellicht beter bekend onder de oude naam Stalingrad. Daar was het druk met mensen, met auto’s en met herrie. Het regende er. Keihard. Maar nu? Waar ik ook kijk, ik zie niet anders dan een immense steppe. Hoe ik ook luister. Ik hoor niets dan stilte. De hitte zindert aan de horizon. Ondanks het feit dat ik geen enkele landsgrens heb gezien, heb ik heel erg sterk de indruk in een ander land rond te reizen. En dan vooral nog omdat de mensen er opeens zo heel anders uitzien. Van op Poetin gelijkende mannetjes en potige baboesjka’s naar look-a-likes van Dzjengis Khan. Is dit ook Rusland?

Kalmukkië, want daar ben ik, is groter dan Nederland en België tezamen. Toch wonen er slechts 275.000 mensen, van wie meer dan een derde in de hoofdstad Elista. Ooit in een zeer ver verleden vertrokken de Kalmukken uit het zuiden van Siberië naar hier. Over het waarom woedt nog steeds een discussie. Sommige historici claimen dat zij vertrokken vanwege het gebrek aan grazige weiden voor hun enorme kuddes schapen. Anderen denken dat zij de dominantie van hun buren, de Mongoolse Dzungar stam, meer dan beu waren. Wat ook de reden is geweest, het verklaart wel waarom het niet al te veel verbeeldingskracht behoeft om de Mongoolse horden hier over die uitgebreide steppe te zien stuiven.

Ook verklaart het meteen het toch wel opmerkelijke feit dat Kalmukkië het enige gebied in Europa is waar de meerderheid van de bevolking praktiserend boeddhist is. En dat willen de Kalmukken weten ook. Ten tijde van de Sovjetunie was het ze verboden hun overtuigingen publiekelijk te tonen. Maar tegenwoordig is het allemaal een stuk relaxter op dit vlak. Dankzij de hernieuwd verkregen vrijheid beleeft het boeddhisme een enorme opleving. Onder andere te zien aan de bouw van de ene na de andere boeddhistische tempel. De spiksplinternieuwe tempel in Elista, de grootste in gans Europa, werd bijvoorbeeld binnen één jaar uit de grond gestampt.

Die hernieuwde vrijheid maakte ook de weg vrij voor de Dalai Lama, die hier sinds het uiteenvallen van de Sovjetunie twee keer op bezoek is geweest. Vanzelfsprekend, tot grote vreugde van alle Kalmukken, die voor deze gelegenheden massaal uitrukten. Maar de laatste jaren komt hij niet meer. Niet omdat hij niet wil, maar omdat hij niet mag. Want ook voor Rusland weegt de economische ontwikkeling zwaarder dan religieuze overtuigingen van een minderheid. Zeker in deze barre tijden. En dus paait Rusland de Chinezen door de Dalai Lama te weigeren. Genoeg reden om bozig en verdrietig te zijn, zou ik denken. Maar de Kalmukken halen hun schouders op over zoveel onrecht en gaan onverdroten voort met bouwen.

De tempel in Elista is met afstand het mooiste gebouw van de stad. Ook een buitenstaander voelt hier de liefde en de toewijding voor boeddha. Mede dankzij de betrokkenheid van de vele vrijwilligers. Zij vegen de paden. Wieden het onkruid. Maaien het gras. Zorgen voor de kleurige bloemperkjes. Onderwijl glimlachen ze vriendelijk naar de bezoekers. Ik loop een rondje rondom de tempel, draai aan gebedsmolens en plotsklaps verdwijnen mijn woeste en wrede gedachten. Om plaats te maken voor vredige en blije.

Dat het hier niet louter liefdevol en vredig is, ondervond die ene jongeman uit het naburige Dagestan. Op bezoek in Elista meende hij te kunnen piesen op het centrale plein. Misschien omdat hij hoge nood had. Misschien omdat dit gebruikelijk is in Dagestan. Misschien omdat hij van nature enigszins boers en onbehouwen was. Misschien omdat hij de Kalmukken wilde beledigen. Tot op de dag van vandaag weet niemand de ware reden. Simpelweg omdat er nooit naar is gevraagd. Hoe dan ook, de Kalmukken voelden zich beledigd. Niet vanwege dat piesen overigens. Maar omdat op datzelfde plein een beeld van boeddha staat. En met zijn actie had deze jongeman uit Dagestan het beeld ontheiligd. Op sociale media werd deze schanddaad in no-time een hot topic. Met als gevolg dat velen, met name jongelui, in hun auto stapten en naar Elista togen. Een woedende menigte, geleid door de woestelingen uit Oost-Kalmukkië (!), verzamelde zich voor het hotel waar de jongeman uit Dagestan overnachtte. Zij eisten zijn hoofd. En niets minder dan dat. Pas na bemiddeling van politie, zijn oprechte excuses en de belofte onmiddellijk te vertrekken, kalmeerden de gemoederen.

Maar vandaag heerst er rust. Vandaag is het stil. En ik weet heel zeker dat ik niet degene zal zijn die de boel op stelten zal zetten.  

Hoeveel kilometer ben ik eigenlijk van huis, zo vraag ik me af. Toch wel een duizendje of zeven, dunkt me. Dagen ben ik onderweg geweest om die enorme afstand te overbruggen. Nu zit ik hier in een fauteuil, bij de Oudgelovigen ergens diep in Siberië. Maar meer en meer krijg ik het idee tegenover mijn eigen ouders te zitten. Ik luister en kijk nu al een klein uurtje naar Pavel en Ekaterina en meer en meer bekruipt me het gevoel dat ik naar Antoon en Alie luister en kijk.

Qua uiterlijk zijn de overeenkomsten overigens ver te zoeken. Pavel heeft een woeste baard, terwijl mijn vader iedere ochtend zijn scheermes ter hand neemt om zijn eendagsbaard te lijf te gaan. En Ekaterina is gekleed in een lange jurk, terwijl ik mijn moeder de laatste 10 jaar alleen maar in een lange broek heb gezien. Maar de verhalen die ik hoor doen mij terugkeren naar de boerderij in Oude Pekela. Terug naar 1978, zeg maar.

Ekaterina vertelt honderduit en Pavel luistert aandachtig. Hij plukt de hele tijd ietwat nerveus aan zijn baard. Alsof hij bang is dat zijn vrouw iets verkeerds zal zeggen. Alsof hij bang is dat zijn vrouw kwaad over hem en de andere Oudgelovigen zal spreken. Ondanks zijn nerveuze gedrag is het mij allang duidelijk dat Pavel de touwtjes hier stevig in handen heeft. Ekaterina mag dan praten als brugman vandaag, als het puntje bij het paaltje komt, heeft zij niets te melden. Dan is Pavels wil wet. Af en toe bromt hij enkele woorden. Alsof hij zijn echtgenote dient te behoeden voor al te opruiende of liberale opvattingen. Want ook dit is mij allang duidelijk. Ekaterina is een moderne, eigentijdse dame die openstaat voor nieuwe ontwikkelingen en die zich met regelmaat afvraagt waarom zij in godesnaam met Oudgelovige Pavel in het huwelijksbootje is gestapt.

Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, zo luidt het cliché. En hier in Erzje wordt aan deze waarheid nog minder getwijfeld dan in gereformeerd Oude Pekela in de zeventiger jaren. Pavels wil mag dan wet lijken, feitelijk is het God die regeert. Een traditionele God die woedend reageert op elke verandering. Hoe pietluttig ook. Meteen ook de reden waarom ik zo’n lange reis heb moeten maken. Want Oudgelovigen wonen doelbewust op plaatsen die moeilijk of niet te bereiken zijn. Ooit, lang geleden, toen de patriarch van de Russisch Orthodoxe kerk besloot de Russisch Orthodoxe kerk op één lijn te krijgen met de Grieks Orthodoxe waren veel gelovigen tegen dit voornemen. Zij vonden elke aanpassing of verandering een zonde en in strijd met de absolute waarheid. Maar de patriarch luisterde niet naar ze. Integendeel, als vertegenwoordiger van God op aarde vond hij dat hij het alleenrecht had op de waarheid. En dus liet hij deze opstandelingen vervolgen, onderdrukken en doden. En zo bedachten zij, tamelijk verstandig, dat het beter was te vertrekken naar verre oorden. Tegenwoordig zijn dan ook overal in Siberië Oudgelovigen te vinden.

Ekaterina ratelt maar door. Ik krijg zelfs het idee dat zij als vertegenwoordiger van de Oudgelovigen naar voren is geschoven. Uitsluitend voor de beeldvorming. Zo antwoordt zij dat zij geen probleem heeft een Russisch Orthodoxe kerk te bezoeken. Zij best een broek zou willen dragen. Jarenlang voor het gebruik van een mobiele telefoon heeft geijverd. Zou willen reizen naar onbekende bestemmingen. Zelf wel eens in Volgograd is geweest. Zo zegt ze zelfs dat ze had gehoopt dat haar man zou willen vertrekken uit dit dorp om in een meer ontwikkelde omgeving een interessanter leven te leiden. Zoiets als mijn eigen moeder, diep van binnen, ook voelt. Zoiets als mijn eigen moeder ook ooit heeft gedroomd. Al moet ik eerlijk toegeven dat ik haar dit nooit hardop heb horen zeggen. Pavel, ondertussen, zwijgt vooral. Kijkt inmiddels ook wat nors en denkt, zoveel is me wel duidelijk, bepaald niet hetzelfde. Maar ook Ekaterina is bij vlagen oerconservatief. Een van hun zonen verkettert zij zelfs omdat hij het heeft gewaagd met een ongelovig burgermeisje te trouwen en in de grote boze stad te gaan wonen. Een schande voor de familie noemt zij het en voor hun zoon is het een ticket naar de hel.

Old Believers, Cross P and E

Maar Ekaterina kan communicatief vaardig zijn, ze is en blijft kansloos tegen Pavel en de andere mannen in het dorp. Want net als Pavel regeren de buurmannen over de buurvrouwen. En uit hun midden kiezen de mannen de dorpsoudste, de wijste man van het dorp. Gekozen vanwege zijn levenservaring maar toch vooral vanwege zijn opvattingen. Traditioneel en conservatief. Hij is de baas en samen met de andere mannen zorgt hij ervoor dat de tijd zo stil mogelijk blijft staan. Helemaal buitensluiten lukt zelfs hier niet. Want de mobiele telefoon ligt ook hier op tafel. Ik zie zelfs Pavel met regelmaat op het schermpje loeren. Maar op deze geïsoleerde plek gaat het langzaam en is het relatief eenvoudig de grote, boze buitenwereld buiten te sluiten. Een Oude Pekela in het kwadraat, zeg maar. En zo vangt Ekaterina bot. Vist zij bij voortduring achter het net. Waarom Ekaterina plotsklaps, tot het chagrijn van Pavel, uitkraamt dat vrouwen nu eenmaal sterker zijn dan mannen, is mij dan ook niet helemaal duidelijk.

Als het om zaken gaat, zijn de Oudgelovigen overigens een stuk minder conservatief. Tractoren staan her en der in het dorp geparkeerd. En voor vele huizen pronkt een jeep. ‘Onmisbaar’, zo zegt Ekaterina, ‘in deze contreien.’ De wegen zijn het hele jaar onbegaanbaar vanwege overvloedige regenval, sneeuw of ijs. En het land bewerken zonder tractoren en andere moderne machinerie is evengoed onbespreekbaar. Opnieuw doet het mij denken aan de boerderij in Pekela. Ook daar was het verdomd moeilijk mijn ouders te overtuigen een fatsoenlijke TV met afstandsbediening aan te schaffen. Tegelijkertijd werden wel kostbare machines aangeschaft om het bedrijf te laten floreren.

Maar tegelijkertijd zijn de Oudgelovigen blijven hangen in een ver verleden. Want tussen alle wetenswaardigheden over het geloof, de tradities en de man/vrouw verhouding praat Ekaterina toch vooral over champignons. Echt het gesprek van de dag. Nu is de tijd deze te plukken in de bossen rondom, schoon te maken, te koken en te wecken voor de komende winter. Binnenkort geldt hetzelfde voor de aardappelen, de wortelen en de bonen. Arbeidsintensief werkje, zoveel is me wel duidelijk waar met vrouw en macht aan wordt gewerkt. Alles wordt geprepareerd zodat ook in de winter kan worden genoten van deze heerlijkheden. Net als vroeger, toen ook ik verplicht werd bonen te doppen en wortelen te schrapen. Voor de nakende winter.

Ekaterina vertelt dat zij drie keer per dag snoepen van al dit heerlijks. Ook het ontbijt bestaat uit aardappelen, fantastische volle koemelk, room en fikse hoeveelheden vlees. Wat de gevolgen zijn op lange termijn is duidelijk te zien. Overgewicht. Als een soort van Pino waggelt zij in haar keuken en rond haar huis. Het voedsel is eenvoudig te calorierijk om alles te verbranden. Ik heb het zelf gemerkt de afgelopen 48 uur. Na elke maaltijd voel ik me alsof ik zal ontploffen.

En als dan die lange winter aanbreekt, vertrekken de mannen naar de taiga. Maandenlang leven zij daar in houten hutten. Overdag jagend op alle dieren waarvan de vacht gebruikt kan worden voor een bontmantel. ‘s Avonds etend van het geprepareerde voedsel, bereid door moeder de vrouw natuurlijk. En ‘s nachts slapend in de blokhut. Thuis in het dorp wacht de vrouw getrouw op haar echtgenoot. Wellicht stiekem hopend op een bontjas, maar in werkelijkheid wetend dat de Pavels van deze wereld niet aan dergelijke luxe cadeaus doen.

 

Het regent alweer pijpenstelen. En dat is zeker niet de eerste keer deze maand. Een paar dagen geleden, toen ik nog in Moskou was, toonde het Russische journaal  al beelden van overstromingen in Tuva. Vanwege overvloedige regenval. Maar juist vandaag is die regen niet handig. Ik wil namelijk een bezoek brengen aan de Oudgelovigen in Erzhey. Naar het schijnt altijd al een hachelijke tocht, vanwege de gesteldheid van de weg naar daar. Maar na zoveel regen, zo vertelt Omar, mijn chauffeur, is er van een weg waarschijnlijk helemaal geen sprake. Toch krijg ik niet de indruk dat hij zich meteen zorgen maakt. Eerder het tegenovergestelde. Hij lijkt wel zin te hebben in dit ritje. We lopen naar zijn auto, een legergroene Russische jeep. ‘Gemaakt voor onbegaanbare wegen’, gniffelt hij. Hij stelt me voor aan een tweede Omar, zijn assistent. Speciaal ingehuurd om de jeep in het voorkomende geval uit te graven. Zijn gereedschap, twee spades, liggen glimmend achterin. Het is duidelijk, we zijn uitstekend voorbereid.

De eerste twee uur rijden we in een woedende vaart over een, voor Tuvaanse begrippen, uitstekende weg. Omar is nog steeds in een opperbeste stemming. Hij rookt zijn sigaretjes, draait zijn Tuvaans muziekje en doet zijn best de tocht zo gerieflijk mogelijk te maken. Alhoewel, die woedende snelheid hier niet echt toe bijdraagt. Vooral omdat die uitstekende weg, vanwege achterstallig onderhoud, vol gaten, kuilen en hobbels zit. Het is dan ook vooral een kwestie van mezelf goed vasthouden, hoofd intrekken en altijd alert zijn op onverwachte manoeuvres. De meegebrachte blikken Baltika bier stuiteren door de auto. Twee beginnen er spontaan te lekken zodat de benzinegeur  zich met een bierlucht vermengt. Voordat ik ze naar buiten kan kieperen, heeft bijrijder Omar ze al aan de mond gezet. Hij slurpt ze haastig en met pretoogjes leeg.

Na twee uurtjes komen we aan in Sarig Sep, het administratieve centrum van dit deel van Tuva. Omar waarschuwt me dat het nu voorbij is met de snelheid en het comfort van de moderne maatschappij. We betreden het gebied van de Oudgelovigen. Nu is Tuva op zich natuurlijk al het einde van de wereld. Maar toen de Oudgelovigen hier aankwamen, vonden ze het toch nodig verder te kijken dan de hoofdstad. Want daar wonen ze niet. Bovendien, al te veel zin te integreren met de lokale bevolking hadden ze ook al niet. En dus zochten ze naar een afgelegen gebied. Naar een plek zonder mensen. Het gevolg laat zich raden. Een weg naar nergens is geen weg. De jeep heeft al zijn paardenkrachten nodig vooruit te komen. De spades rammelen voortdurend in de achterbak. Alsof ze willen zeggen dat ze klaar zijn voor gebruik. Modder, water, bandensporen en meer modder is het enige dat we zien. Maar het deert Omar geenszins. Hij rookt rustig verder, speelt zijn muziekje en maakt grappen over marihuana rokende Nederlanders en de smaak van Nederlandse kaas.

Om de grappen en grollen van Omar wat in te tomen vraag ik hem wat hij weet over de Oudgelovigen. Half en half verwachtend dat hij schouderophalend antwoordt dat dit vreemde mensen zijn van wie hij niets weet. Maar dat is bepaald niet het geval. Hij vertelt me dat de Oudgelovigen hier al meer dan honderd jaar wonen. Op de vlucht voor de aanhangers van de staatskerk. In het westen van Rusland werd tot ongeveer 1900 verwoed jacht gemaakt op Oudgelovigen. Ze belandden op de brandstapel of werden op andere manieren geëxecuteerd. Alleen maar omdat ze het niet eens waren met hervormingen opgelegd door de tsaar en de patriarch. Hier in Siberië was de invloed van de staatskerk veel minder groot of zelfs afwezig. En dus konden ze hier hun eigen rituelen en gebruiken trouw blijven. Het verklaart ook meteen waarom de Oudgelovigen besloten op onbereikbare plaatsen te gaan wonen.

Op zijn beurt begint Omar mij vervolgens te bestoken met vragen. Zo wil hij weten of Nederland en Finland buurlanden zijn? Of Nederlandse mannen geweren dragen? En messen? Hoe hoog de bergen eigenlijk zijn in Nederland? En of er rivieren zijn? Wordt er gejaagd? En als klap op de vuurpijl wil hij weten of er een typisch Nederlands paardenras is. Ook vraagt hij of ik thuis in een auto rijd. Van mijn antwoord dat ik een Jaguar heb, laat hij zowaar het gaspedaal los. Hij kijkt me verbaasd aan en vertelt dat er in Tuva maar één Jaguar rijdt. En die is van de wereldkampioen worstelen.

Omar belooft me dat het allemaal niet zo lang zal duren. Een uurtje ongeveer. Maar na een uur is er nog steeds niets dan modder, water, sporen van andere auto’s en bomen. En na twee uur ook niet. Pas na een uurtje of drie ploeteren, bereiken we een rivier, de Kahim. Hier zie ik, toch wel tot mijn verbazing, een veerpont waarmee we naar de overzijde kunnen. Er is plaats voor precies één auto. Maar waarom zou er ook plaats moeten zijn voor meer? Zoveel verkeer is hier nu ook weer niet. Drie stoere Siberische mannen, gekleed in legerkostuum en driftig rokend , dragen zorg voor de oversteek. Met behulp van een lier en een over de rivier gespannen kabel bereiken we soepeltjes en snel de overkant. Slechts de laatste meters vereisen wat duw- en trekwerk. Maar dit is wel aan de Siberische handen besteed.

8, Cross the Kaa Khem river          17, Erzhey

Aan de andere kant van de rivier is het van hetzelfde laken een pak. Modder, water en sporen. Niets meer en zeker niets minder. Terwijl keelzingende Tuvanen door de luidsprekers schallen, hotseknotsen wij voort. Op weg naar de Oudgelovigen.

En plotseling is daar een dorp. Na uren zwoegen en ploeteren door modder en water. Als een oase in de woestijn. We stoppen bij het eerste huis waar een forse madam op een houten kruk de wacht lijkt te houden. Ze begroet ons hartelijk en lijkt maar wat blij met wat bezoekers van verre. Wellicht is ze benieuwd naar de laatste roddels uit Kyzyl? Of misschien zelfs wel naar die uit Europa? Haar minstens even forse echtgenoot komt al even goed gemutst op ons afgestapt. Voor mensen die  doelbewust in afzondering leven zijn ze opvallend gastvrij. Maar goed, het is dan ook al meer dan honderd jaar geleden dat ze actief werden vervolgd. Misschien vertrouwen ze inmiddels niet meer alleen op God maar evengoed ook hun medemens.