Posts Tagged ‘Tourism’

Daar staat Masha, gekleed in een T-shirt met opschrift ‘Hardrock Café Chernobyl’. Hij glimlacht me welkom en duwt me spontaan een geigerteller onder mijn neus. Ik lees 0,15. Enigszins streng zegt hij dat ik dit getal moet onthouden, in ieder geval voor de rest van de dag. Vriendelijker vervolgt hij dat 0,15 betekent dat het hier op de Maidan, het centrale plein van Kiev, reuze meevalt met de radioactieve straling. Pas vanaf 0,30 wordt de situatie kritiek. Masha grinnikt, enigszins sadistisch, dat dit kritieke punt vandaag wel eens zou kunnen worden gehaald.

In de auto, op weg naar Tsjernobyl, zo’n 130 kilometer van Kiev, word ik verder geïnstrueerd. Zo dadelijk, wanneer we de 30 kilometer veiligheidszone binnenrijden geldt een groot aantal regels. In de eerste plaats, de wil van de gids is wet. Ik moet altijd naar hem luisteren. En vervolgens volgt een lange opsomming van verboden: niet eten, niet drinken, niet roken, niet plassen, geen honden of katten mee (?), niet van de gebaande paden, niet met open schoenen rondlopen, geen ontblote armen en benen en niets plukken. Blijkbaar kijk ik wat bedenkelijk na al deze verboden want Masha stelt me spontaan gerust dat het allemaal zeer veilig is in Tsjernobyl. Een passagier op een trans-Atlantische vlucht van Londen naar New York wordt blootgesteld aan meer radioactieve straling dan een bezoeker hier. Zo zegt althans Masha. Om eraan toe te voegen, wederom met zijn sadistisch lachje, dat het verschil is dat op zo’n vlucht de straling volledig kan worden beheerst. En dat is hier in Tsjernobyl niet het geval. Nog steeds namelijk kunnen radioactieve deeltjes uit de reactor door de wind worden meegevoerd.

Een streng uitziende man, gekleed in militair uniform, checkt mijn paspoort nauwgezet voordat we de 30 kilometer veiligheidszone binnenrijden. Alsof we een hypergevaarlijk en ontoegankelijk gebied binnentreden. Maar ondanks de strenge uitstraling en de sadistische glimlachjes ben ik niet overtuigd van het gevaar. Het lijkt meer een toneelstuk om de spanning verder te verhogen. Hoe kan het anders dat de gids hier 15 dagen per maand rondloopt. Bovendien, hij rookt als een bezetene en lijkt bepaald niet van plan hiermee op te houden. En wanneer hij vertelt dat er iedere dag rondom de reactor duizenden mensen aan het werk zijn, voel ik de spanning langzaam wegebben. Eén dagje wat extra straling op lijf en leden lijkt me dan weinig kwaad te kunnen.

Gevaarlijk of niet, sinister is het zeker. We passeren Salisa, tot 1986 een dorp met 3.000 inwoners. Nu is het overwoekerd, terug geclaimd door de natuur. Ergens verscholen achter de bomen zie ik af en toe een vervallen huis staan. Vandaag de dag heeft Salisa slechts 1 (!) inwoner. Een oude dame van 87 jaar oud, voormalig lerares van de school in dit dorp. Zij keerde terug in 1987 omdat ze nergens anders wilde zijn dan hier. Officieel mocht niemand terugkeren. Maar de autoriteiten stonden dit mondjesmaat en oogluikend toe. Sindsdien verbouwt ze in haar tuintje haar eigen groenten en fruit. Volgens de autoriteiten absoluut onverantwoord omdat juist de planten en de aarde extra radioactief zijn. Deze ene dame heeft hieraan geen boodschap. En wellicht heeft ze gewoon gelijk. Per slot van rekening, ze leeft hier al meer dan 25 jaar.

Iets verderop ligt Tsjernobyl, de stad waarnaar de reactor is genoemd. Hier is flink wat leven in de brouwerij. Opvallend veel zelfs voor een radioactieve stad. Overal lopen mensen. En niemand lijkt zich erg druk te maken over straling of ander ongerief. Een oude dame sjokt zelfs voorbij met groente in haar tas. Vraag me toch af waar dat dan vandaan komt. Uit haar moestuin hier om de hoek? Masha drukt ondertussen de geigerteller weer onder mijn neus. Ik lees 0,12. Lager dan in Kiev nota bene. Hij grinnikt om mijn verbaasde blik en legt nog maar eens uit dat het vooral de planten en de aarde zijn die radioactief zijn. Hier op het plein valt het allemaal overduidelijk nogal mee. Wel zijn ook hier de meeste huizen verworden tot bouwvallen. Slechts af en toe staat er een fatsoenlijke woning in fris geschilderde kleuren. Een teken van permanente bewoning. Maar de trots van het stadje moet toch wel de brandweerkazerne zijn. Een enorm gebouw waar maar liefst 355 brandweermannen zijn gehuisvest. Allemaal hier om elk radioactief brandje in de omgeving onmiddellijk te blussen.


Tsjernobyl, 1 Tsjernobyl, 2 Tsjernobyl

 

We laten de stad achter ons en vervolgen onze weg naar de reactor. Plotseling begint de zon uitbundig te schijnen. Alsof ze alvast wil compenseren voor de tragiek die gaat komen. Al snel rijden we een industrieterrein op. Reactoren 1 en 2 zien er vervallen uit. Meer dan 25 jaar buiten gebruik heeft sporen nagelaten. En dan sta ik zomaar oog in oog met reactor 4, waar op 26 april 1986 de fatale explosie plaatsvond. En natuurlijk staat Masha weer naast mij met zijn geigerteller. Ik lees 12, 18 en 25. Afhankelijk van waar we staan. Lichtelijk bezorgd kijk ik hem aan maar op zijn gezicht zie ik alleen die sarcastische glimlach. Wat me wel opvalt, is dat hij, voor de eerste keer vandaag, niet rookt. Toch zijn ook hier flink wat mensen aan het werk. Druk bezig met de bouw van een nieuwe sarcofaag voor reactor 4. De oude, die in allerijl werd gebouwd onmiddellijk na de ramp, om verdere verspreiding van de radioactiviteit te voorkomen, is namelijk aan het einde van zijn levensduur. Nog twee jaartjes. Maximaal. Nu maar hopen dat de oplevering van de nieuwe, gepland voor juni 2015, niet te veel vertraagd zal zijn.

Op zo’n 10 kilometer van de reactor ligt Pripyat, de stad die speciaal gebouwd werd voor de arbeiders in de reactoren. Hier woonden, destijds in 1986, 43.000 mensen op vredige wijze. Althans, de Sovjet propagandafilm die ik te zien krijg, wekt die indruk. Op 27 april moesten alle inwoners, halsoverkop, de stad verlaten. Binnen 3,5 uur waren alle inwoners geëvacueerd. Naar goed Sovjetgebruik zonder enige communicatie. Behalve dan dat het tijdelijk zou zijn en dat zij spoedig zouden mogen terugkeren. Een Sovjetleugentje om paniek te voorkomen. Want nog steeds woont hier helemaal niemand. Het is een spookstad. Alle gebouwen lijken op instorten te staan. Het hotel, restaurants, supermarkten, scholen, het zwembad en duizenden flats. Het is hier doodstil, alleen het gezoem van de duizenden muskieten verstoort de stilte. Nergens mag ik naar binnen, behalve in één van de scholen. Alles is hier kapot, van vloeren tot plafonds. En alles van enige waarde is gestolen. Er liggen alleen nog kapotgescheurde boeken en schriften. Als stille getuigen van een oorlog tegen een onzichtbare vijand.

 

 

‘If there is a paradise on earth, it is here’. Some cities on our planet use this slogan to distinguish themselves from others. A rather arrogant and bombastic claim, in my opinion. And honestly speaking, in my experience it is always besides the truth. So far nobody came up with such a pretentious phrase for Moscow. As far as I can recall, Moscow does not have a slogan at all. Perhaps because nobody in Moscow dares to really start promoting the city? Or perhaps because nobody really seems to care about promotion?

But why not? The image of overcrowded, big, grey, ugly, dangerous city, cursed with a horrible climate and full of unsmiling and unhappy people needs to be changed. Especially because of the ambitious goal to attract seven million foreign tourists to Moscow by 2018. Approximately three million more than last year. Yes, coincidentally (or not), in 2018 the World Championship Football will be held in Russia and Moscow. This will definitely attract loads of westerners who, normally, would not even think of Russia as a possible holiday destination. But after 2018, soon 2019 will arrive. And would it not be a bit silly when the number of foreigners would go down drastically straight after this football event?

By the way, the numbers four and seven million are communicated by the ‘Moscow Committee for Tourism and Hospitality’. In fact, not necessarily the most neutral committee in the world. It is therefore questionable whether there really were four million foreigners really trying to have a glimpse at Lenin, attempting to meet and greet with Putin in his Kremlin or wandering around the Red Square. In a country where nothing is as it seems, it is tempting to put a big question mark behind these numbers. Even more tempting it is to forecast that, in 2018, the Committee will announce that indeed seven million foreigners were visiting Moscow. I would even say that these chances are higher than the re-election of Putin in that same year.

An important question is what Moscow is actually doing to realize this growth. Ask the marketers of the bigger hotels or the owners of travel agencies. Even before they answer, it is clear that they are not positive at all. Their eyes are indicating this. First and foremost, they start to complain about the letters of invitations and visa regulations. Both required for (almost) all foreign tourists, before being allowed to enter Russia. Many of them strongly believe in Moscow being a new weekend destination for Europeans. And it is true, it is only three hours by plane. But due to this visa hassle, tourists will think twice before actually going. Too complicated, too much work and too much stress.

Then there are the actions of the authorities, responsible for tourism and its policy. Often completely not in line with what they claim. The latest example is the entrance fee for the Kremlin. Most probably the most beloved and best known attraction in town. Since January 2012 two people have to pay € 70 each to get inside the Kremlin, including the Armoury and the Diamond Fund. Seventy euros! Well, included in the price are the services of a guide. But a guide is absolutely required because without one any tourist will just smell the rich history. Without knowing what it is all about. Why it was decided to raise the entrance fee that drastically? The most obvious explanation is that the authorities believe that tourists will come and visit the Kremlin anyway. Whether they have to pay € 25 or € 70. And they are probably right. So in the short term it might be profitable. But in the longer term? Most probably rather the contrary. Because investing in or developing new touristic attractions is clearly not a priority.

Let me take you to the Red Square and surroundings on a sunny day in spring or summer. Loads of tourists are sitting somewhere in the grass or on a wall, eating a Russian ice cream from Mc Donald’s. They look a bit unhappy and lost. Simply because they are wondering what is next. Wondering what else Moscow has to offer but the Red Square and the Kremlin. Of course, a lot! And more! But for  foreigners, who most probably do not speak or read Cyrillic it is not that easy to figure this out. And much assistance in their search they do not receive. Yes, it is true, there are plenty of men and women, armed with a megaphone, to announce various excursions in and around Moscow. But it is all in Russian. Like there are no four million foreigners around, all looking for something more to discover. A missed opportunity to make some more money. A missed opportunity to highlight other attractions in Moscow. A missed opportunity to broaden the horizon of the tourists and the diversity of Moscow.

But who knows? Maybe once upon a time, one could have found paradise here? Why not in fact? Let me be clear, nowadays there is nothing heavenly to find on the surface. Any tourist, both Russian and foreign, has to work hard to discover the beauty of this fantastic city. Perhaps, Moscow, it is time to help all these lost foreigners a bit?  And why not, as a kick-off, create an attractive slogan. Do not mention anything heavenly in it, though. Overconfident and too much untrue. But what about this one: Moscow Matters.